Bericht van ds Paulien Couvée

Het is geen groot geheim dat Lied 982, ‘In de bloembol is de krokus’, één van mijn favorieten is. Een lied dat even eenvoudig als diepzinnig over hoop, verwondering en Gods dragende kracht zingt. Ook in deze tijd van geduld hebben en hoop houden voor mij een lied dat raakt.

Al enige tijd ben ik uitgeschakeld door de gevolgen van Covid. Een vreemd en grillige virus dat al mijn energie rooft. Gelukkig gaat het nu langzaam beter. In overleg met de huisarts ga ik in de komende tijd re-integreren. Helaas kan ik nog niet voorgaan. Die betrokkenheid, dat samen-zijn, mis ik. Dat dat wederzijds is, heb ik gemerkt, gelezen, gehoord. Heel erg veel dank voor jullie bemoedigende aandacht in de afgelopen tijd. Dat doet ons goed. Met de woorden van het lied  “…ieder duister wacht een morgen, in dat licht is alles nieuw”.

In verbondenheid en met een hartelijke groet,

ds Paulien Couvée

 

Lied 982, Liedboek 2013

In de bloembol is de krokus,
in de pit de appelboom.
In de pop huist een belofte:
vlinders fladderen straks rond.
In de koude van de winter
groeit de lente ondergronds,
nog verborgen tot het uitkomt,
God ziet naar de schepping om.

Elke stilte kent zijn zingen,
zoekt een woord en melodie,
ieder duister wacht een morgen
in dat licht is alles nieuw.
Het verleden bergt de toekomst,
wat die brengt, je weet het niet,
nog verborgen tot het uitkomt,
God alleen herschept en ziet.

In ons einde is de aanvang,
in de tijd oneindigheid,
in de twijfel ligt geloven,
in ons leven eeuwigheid,
in de dood het nieuwe leven,
overwonnen alle strijd,
nog verborgen tot het uitkomt,
God alleen herkent die tijd.