9 juni 2019: Pinksteren

ds. Johan Beijer

I Petrus 2: 1-10, Handelingen 2: 1-13

Een geestelijk huis

Voegt u bij hem, een levende steen….
En laat u zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis! (I Petrus 2: 4, 5)

I.
In Jeruzalem is het begonnen! Om precies te zijn: in de tempel. Een beweging is de wereld over gegaan. Tot in Rome toe van waaruit Petrus zijn brief schrijft. Tot in het Turkije van de eerste eeuw met overal kleine gemeenschappen aan wie zijn brief gericht is. Tot in Nederland waar Willibrord eind zevende eeuw het evangelie kwam brengen. Midden in Utrecht staat zijn standbeeld. Het drukt de beweging uit. Je ziet hem aan komen rijden met een kerkje in de hand. ….. Maar hoe wijd de wereld ook is, in Jeruzalem is het begonnen. In de tempel.

En dan schrijft Petrus aan zijn mensen in Turkije over het christelijk leven. Hoe doe je dat, leven als gelovige midden in deze wereld, tussen mensen die zo anders voelden en zo anders leefden… En ineens denkt hij: de tempel!

Hij gaat associëren… De christelijke gemeente is eigenlijk een geestelijke tempel. Waarbij mensen de stenen van dat gebouw zijn: levende stenen.

Petrus associeert verder. Hij denkt aan de hoeksteen die een uitzonderlijke plek in een gebouw inneemt. De Hoeksteen, dat komt ons toch bekend voor….,….. Petrus denkt aan Christus die een bijzondere plek in het leven van de gelovigen inneemt.

En hij ruikt nog de zoete geuren van het lofoffer. Is dat niet passend beeld voor het christenleven? Dat daar iets aangenaams vanuit gaat. Toewijding. Eerbetoon. Liefdedienst.

Die tempeldienst was eigenlijk al één grote uitbeelding van hoe je als mens voor Gods aangezicht staat. En Petrus actualiseert het voor zijn mensen in Turkije. Het leek me ook mooi voor ons vanmorgen, voor het eerst allemaal bij elkaar, hier in de Nieuwe Kerk op Pinksteren. Vooral deze woorden:
Voegt u bij hem, een levende steen….
En laat u zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis!

II.
Ik begin bij de eerste.
Voegt u bij hem, een levende steen….

De apostel doelt daarbij op Christus. Even verderop noemt hij hem een kostbare hoeksteen. Het zou de sluitsteen kunnen zijn: de laatste steen die ingevoegd wordt in een boog van een poort bijvoorbeeld. In latere kerken komen de verschillende bogen samen in zo’n sluitsteen. Alle krachtenlijnen komen er samen. Die sluitsteen bekroont dan als het ware de ruimte.

Voor mij is dat wezenlijk voor de kerk: Dat de lijnen vanuit God en vanuit Christus en zijn weg lopen. Die geestelijke dimensie, die wil ik graag voelen en merken. In een kerkdienst, op een Bijbelgroep, in het pastorale werk – zij het daar weer anders……, en als het kan ook in andere gesprekken. …… Er zijn genoeg zinnige groepen in de samenleving. Waarom ik dan lid van een christelijke kerk ben: vanwege die lijnen naar de sluitsteen. ….. Ik verlang zo naar iets dat boven me uitreikt. …… Als ik voor mezelf mag spreken: deze enorme ruimte doet me al iets vermoeden van wat mij te boven gaat. ……. En wat het kennen met het verstand te boven gaat. …. En ik verlang naar een lied dat me boven mezelf uit tilt. ….. En dat er een gebed is dat me raakt. ….. Of een woord waar ik over na kan denken. ……..

III.
Nog over die sluitsteen. Het kan zijn dat die een wat bijzondere vorm had. Misschien een beetje scheef van twee kanten, zodat hij precies het laatste stukje van de open ruimte opvult. Vanwege die rare vorm is het nogal eens gebeurd dat een metselaar zo’n steen eerst aan de kant gooide. Daar kon hij niets mee. Maar achteraf blijkt hij uitstekend geschikt te zijn als sluitsteen die het gebouw van boven afsluit.

Zo was nu precies de weg van Jezus, zegt Petrus. Hij is als de steen die eerst achteloos aan de kant werd geschoven, maar die door de God zelf gekozen werd als de sluitsteen van het gebouw. Psalm 118: De steen die de bouwlieden afkeurden is geworden tot het hoofd van een hoek. (2: 7, Psalm 118: 22). Het staat voor de weg van Jezus. Jezus als de dienaar die onze zonde tot op het kruishout droeg en die door God verhoogd is.

Die mensen daar in Midden-Turkije, waaraan Petrus schrijft konden daar wel wat mee. Ze leefden in een ruige en harde wereld. Christenen waren anders. Ze deden ook niet meer met alles mee. Dan werd er al gauw met een scheef oog gekeken. ‘Zorg in ieder geval dat je goed bekend staat’, zegt Petrus.
Hij denkt aan slaven die gelovig geworden waren, maar verder geen kant uit kunnen. ‘Zorg zelf integer en zuiver te blijven. Het is beter te lijden, omdat je goed doet dan omdat je kwaad doet.’

Kunnen wij daar iets mee? Onze samenleving is veel menselijker dan die van vroeger…. Maar toch. Denk eens aan de neo-liberale levenshouding van jongelui die zelf alles mee hebben. ‘Je moet het zelf maken’. En als een ander niet mee kan komen ……. Nou, zo iemand zal het wel aan zichzelf te wijten hebben. …… En dan hebben we het vanmorgen over de steen die eerst afgekeurd was door de mensen, maar voor God kostbaar, omdat hij Gods bewogenheid verpersoonlijkte… Dan ga je toch anders naar het leven kijken…… Kun je er iets mee? Ja.

Gemeente, ik geloof dat Heilige Geest ook vaak een tegenbeweging is, tegen de stroom van de tijd in, tegen de geest van de tijd in…. niet altijd, ook niet in alle opzichten …. maar vaak ook wel. Denk nog aan Willibrord op dat paard, die iets nieuws in een heidense wereld kwam brengen. Zo’n man durfde wel natuurlijk….!.

IV.
Gemeente, we hebben gekeken hoe de krachtenlijnen in dat geestelijk huis lopen. Van God en van Christus uit naar ons toe en andersom. Dat is het eerste. En dan komt vervolgens, van daar uit, ook de gemeenschapsvorming in zicht.
En laat u zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis!

De Nieuwe Kerkgemeente als een geestelijk huis. Dat is wel waar we naar verlangen…….. Dat dat het wordt. ….. En waar we ook hard aan moeten werken…… Ik wil er een paar dingen over zeggen.

In de eerste plaats. Ik heb ook de afgelopen weken veel gehoord over massaliteit. We voelen ons meer thuis in een overzichtelijke gemeenschap waar we elkaar kennen. Degenen die dat zeggen hebben een punt! Er zal inderdaad wat voor komen kijken om van de Nieuwe Kerkgemeente een geestelijk huis te laten zijn. En hoe dan met de grootschaligheid? ….. Wat we in ieder geval kunnen doen is: in de grootschaligheid de kleinschaligheid zoeken. Verbindingen zoeken. Daar is opmerkingsgave voor nodig. En ook een zekere kracht. Je krijgt met anderen dan tot nu te maken. Dat vraagt een nieuwe openheid van allen. …. Laten we elkaar dat in ieder geval vandaag toewensen.
En laat u zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis!

V.
Ik wil er nog iets over zeggen. Wij mensen hebben verschillende behoeften. De ene mens is een groepsmens en een ander krijgt het juist benauwd in een groep. De ene is een diepgraver en een ander zoekt het in de breedte. En behoeften zijn in onze tijd steeds diverser geworden. Iemand vergeleek mensen van vroeger met tompoucen. Die zijn uit een stuk gesneden en passen handig in een doosje. De tegenwoordig mensen lijken meer op ronde gebakjes. Daar kunnen er minder van in een doosje. …… Dat is de individualiteit en die is er. … En toch zijn we zijn als gelovigen ook aan elkaar gegeven. ….. We zijn als mensen aan elkaar gegeven, maar ook als gelovigen…….. En we zijn er bovendien niet alleen om te ontvangen, maar ook iets te geven aan een gemeenschap…… !

Tegen de richting van de individualiteit waarin onze maatschappij zich beweegt, zegt de apostel, wat tegendraads: En laat u zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis!

VI.
En dan tenslotte nog dit. Wat mij opvalt is dat in die eerste Petrusbrief als geheel is de nadruk ligt op het leven van alledag. Hoe kun je in op je werk, in de verhoudingen waarin je leeft het verschil maken….? Daar ligt het accent.

Prachtig vind ik het beeld van die priester in de tempel die het lofoffer brengt. Petrus rook nog altijd de zoete geuren. Het staat voor een leefwijze van een gelovige waar een aangename invloed van uitgaat. Dan komen we dus bij waarden als toewijding, geduld met de zwakheden van anderen, een tegengeluid waar nodig, wijsheid….

Dat beeld van de priester die het lofoffer brengt, wordt niet alleen op de enkele gelovige betrokken, maar ook op de gemeenschap als geheel. Zo stond Israël als volk te midden van de volkeren voor de Here God om Hem te dienen. En zo ziet Petrus ook die christelijke gemeente voor Gods aangezicht staan. Laten we het op ons samenzijn vanmorgen betrekken. Wij staan vanmorgen voor Gods aanzicht, hier in deze ruimte. In een geestelijk huis wordt het offer van de lof gebracht. …. om het in het leven van alledag ook te kunnen!

Geest van hierboven,
leer ons geloven,
hopen, liefhebben door uw kracht.

AMEN

 

= = orde van dienst = =

Welkom
Binnenbrengen drie paaskaarsen en aansteken Pinkstervlam
Handelingen 2: 1-13
Kinderen delen rode bloemen uit Lied 970: 1C, 2A, 3C, 4A, 5C
Stilte, bemoediging, groet Psalm 68: 2, 3

Gebed om de heilige Geest
I Petrus 2: 1-10 Lied 971 : 1A, 2C, 3A
Uitleg en verkondiging Lied 675 :1A, 2C

Gedachtenis Maria Elisabeth Hamelink-de Jager en Maatje Dekker
Gebeden, stil gebed en Onze Vader Lied 368H
Inzameling van de gaven Lied 687: 1A, 2C, 3A
zegenlied
Zegen