Exodus 24: 1-11 Goddelijke aanwezigheid

Datum: Pinksteren 23 mei 2020

Lezing: Exodus 24: 1-11, Handelingen 1: 1-13

Thema: zij schouwen Israëls God, goddelijke aanwezigheid

 

Gemeente,

 

I.

Lang heb ik gedacht dat het Pinksterfeest zoals beschreven in Handelingen 2 iets volstrekt nieuws was. Er wordt dan ook vaak gesproken over het eerste Pinksterfeest in Jeruzalem. Maar was dat wel zo? Wat denkt u: die pelgrims van over de hele wereld? Waren die dan toevallig in Jeruzalem aanwezig …. ? Er was al een Pinksterfeest: het Joodse Pinksterfeest!

 

Daarmee komen we op het boek Exodus. We zijn vanmorgen bij een climax in dat boek Exodus gekomen: de verbondssluiting. Dat is wat Israël nog altijd op het Pinksterfeest gedenkt: het verbond tussen God en Israël, de gave van de wet en de instemming daarmee: Al wat de Heer heeft gesproken, zullen wij doen en willen we horen.  (Exodus 24: 7)

 

Israël was bevrijd uit de slavernij van Egypte, dat is Pesach. En dan zeven weken later is het Pinksteren, pentekostè, de vijftigste betekent dat. De vijftigste dag na Pasen is Israël aangekomen bij de berg Sinaï. Daar ontvangt de Tien Woorden en daaromheen nog andere leefregels en invullingen.

 

Ze waren al bevrijd, maar dat is alleen nog maar negatieve vrijheid. Vrijheid vàn. Maar daarmee ben je er nog niet. Want hoe ga je het leven invullen als je eenmaal op eigen benen staat! Je bent er pas als dat lukt! En zo wordt de verlossing uit Egypte zeven weken later bekroond met woorden en aanwijzingen om het leven in te vullen.

 

II.

Eerst worden die leefregels voorgelezen. Waarop het volk zegt: Alles wat de HEER gesproken heeft zullen wij doen en willen wij horen. Eerst had God ja gezegd: ‘Ik ben je Bevrijder! Hier heb je mijn woorden om de vrijheid vorm te geven.’ En nu zegt het volk ‘ja, ik wil’. Een wederzijds ja-woord dus. Als bij het sluiten van een contract. Of zoals bij het doen van openbare belijdenis. Chagall beeldde het op zijn manier uit met die vrome chassidische Joden uit zijn geboorteplaats. Dat is ook Pinksteren: dat wij gaan instemmen met het verbond met de Here God.

 

Dan is er een offerhandeling. En u weet, een offer symboliseert onze toewijding. En het bloed dat daarbij vloeit ook, want bloed staat voor het leven. Dat is nog wat anders dan inkt waarmee een contract getekend wordt….

 

De ene helft van het bloed wordt over het altaar gegoten, de kant van God. De andere kant wordt over het volk gesprenkeld. God en zijn volk zijn partners in het verbond geworden. Hun bestaan zal aan elkaar toegewijd zijn. Dàt wordt gesymboliseerd met de handeling met bloed. Ziehier het bloed van het verbond, dat de HEER met u heeft gesmeed. (24: 8)

 

Ik denk aan het Nieuwe Testament. Aan Jezus die de woorden van God met zijn hele wezen belichaamd heeft. Bij het laatste avondmaal gebruikt hij precies dezelfde woorden: bloed van het verbond. Dat is zijn totale toewijding, zijn levensinzet voor ons.

 

Dan heb je dus de Thora. En de wijze waarop Jezus de Thora belichaamd heeft. En op dat alles zeggen mensen die er op dat Joodse Pinksterfeest in Jeruzalem ja. Opnieuw zeggen ze: Al wat de Heer heeft gesproken, zullen wij doen en willen we horen.

 

III.

En dat komen we bij het allermooiste. Want net als in Handelingen 2 is er sprake van een godsverschijning, een theofanie.

 

Mozes klimt de Sinaï op, samen met Aäron en diens twee zonen, allen priesters, plus zeventig oudsten van het volk. Samen vertegenwoordigen ze het volk. En dan lezen we:

Zij zien Israëls God.

 

Dat is bijzonder….! Want de bijbel legt er overal nadruk op dat wij mensen die Eeuwige juist niet kunnen zien. Hij gaat onze capaciteit te boven. Er staat trouwens een woord dat niet letterlijk zien met je ogen betekent, maar meer schouwen, visionair zien.

Zij schouwen Israëls God;

         onder zijn voeten: iets gemaakt als plaveisel van saffier,

         helder stralend als de hemel zelf. (24: 11)

 

U merkt, er wordt alleen beschreven wat er onder zijn voeten is. Ze beschrijven alleen de voetenbank van zijn troon.: een hemelsblauw plaveisel  Maar dat alles is al zo stralend zo overweldigend, zo heerlijk, … dat is genoeg ….!

 

En dan vindt er in die sfeer van de hemel een maaltijd plaats:

Zij schouwen God en mogen eten en drinken. (24: 11)

 

Een hemelse communie. Ze delen in een hemelse sfeer, waarvan ook wij af en toe kunnen vermoeden dat die er is.  ……. Zo heb ik het heilig avondmaal vaak ervaren……

IV.

En daarmee kom ik nog een keer op het pinksterfeest in Jeruzalem. Ik denk aan de vlammen als vuurtongen die zich verspreiden. Dat is ook een godsverschijning, een theofanie. Goddelijke aanwezigheid. Vuur geeft licht en warmte, het kan louteren, je kunt je eraan branden, je kunt het ook niet vastpakken: allemaal eigenschappen die we aan de Here God toeschrijven.

 

Pinksterfeest. God vertrouwt zijn woorden aan ons toe. Maar het gaat nooit om regels of woorden op zichzelf…. Het gaat om zijn aanwezigheid die vlammetjes vuur daardoor heen spelen. Iemand zei : Dat allerlaatste stukje van Gods Woord, dat wat je hart raakt en bekeert, dat noemen we heilige Geest…….

 

Iemand die ooit belijdenis deed schreef: ‘Je hebt in het geloof soms van die menselijke regeltjes en rare gebruiken en dat spreekt mij nu weer niet zo aan.’ Alle leefregels, of ze nu in de bijbel staan of later nodig werden geacht, ze werken alleen maar als je er de vlam van Gods aanwezigheid in kunt ontdekken…!

 

Mozes en de zeventig oudsten zagen op de berg Gods glorie. Dat was uitzonderlijk. Maar het kan ook menselijker. Als Jezus naar de wereld  komt, gaat het menselijk toe. En toch is er steeds iets dat het gewone, het alledaagse, het al te menselijke overstijgt. Iets van het geheimzinnige vuur: Gods Geest…..

 

Vorig jaar op eerste Pinksterdag bekroonden we de fusie van de NKG. Er moest daarvoor en daarna veel besproken en geregeld worden. Wat mij helpt is dat er zo af en toe iets is dat boven het puur menselijke uitgaat. Op een vergadering van de kerkenraad, ook tijdens het bespreken van praktische zaken, of op een taakgroep of in een persoonlijk contact. Iets waaruit het geloof spreekt…., onze geraaktheid door de dingen van God….., iets wat onszelf te boven gaat….. Zodat er een vonkje goddelijk vuur doorheen komt ….. Dat er niet alleen woorden voor het geloof zijn in de liturgie. Maar dat het daarom heen er ook is. Het helpt mij in het geloof. Dit is de kerk, denk ik dan. Kerk met een hoofdletter. Gods Kerk!

 

Dat alles heeft met onze innerlijke gerichtheid te maken. Ik eindig daarom met dit gebed:

O heilige Geest,

         ontsteek in onze harten

         vuur van boven.

 

AMEN

 

 

Komt laat ons deze dag                            (Lied 672: 1 Ensemble)

Welkom

*Stil gebed, Bemoediging en Groet                           * Psalm 68: 3

 

Gebed:                O Lord, give thy Holy Sprit, Thomas Tallis (1505-1585)                                          

Schriftlezing  Inleiding

Exodus 24: 3-11                                 Lied 243: 1A, 2E, 5A, 6E (LvdK 1973)

Handelingen 2: 1-13                          Lied 243: 7A (LvdK 1973)

I ye love me, keep my commandments, Thomas Tallis (1505-1585)

Overdenking

O Holy Spirit, Lord of grace, Thomas Tallis (1505-1585)       

 

Gedachtenis Elizabeth Cornelia Meulblok

Dankgebed en voorbeden                                          Lied 368G (Ensemble)

Mededelingen                                                            Lied 687: 1, 3

*Zegen