Navolging: Hij geeft hun gezag over de onreine geesten

Matteüs 9:35-38, 10: 1-15, Jesaja 42: 1-4,
Hij geeft hun gezag over de onreine geesten, aanwezig zijn in de geest van Jezus,
16 februari 2020, Nieuwe Kerk

 

Hij roept de twaalf leerlingen bij zich
en geeft hun gezag
over onreine geesten
en elke ziekte en elke kwaal
te genezen.
(Matteüs 10:1)

 

Gemeente,

I.
Matteüs vertelt ons hoe Jezus een tour maakt door de steden en de dorpen van Galilea. Er zullen zeker verschillen tussen al die plekken geweest zijn, maar overal treft hij mensen aan mensen die uitgeput zijn, terneergeslagen, omvergeworpen. Schapen zonder herder. Mensen die als los zand aan elkaar hangen, blootgesteld aan wilde krachten die hun grillig spel spelen.

Je bent geneigd om dat naar onze tijd te vertalen. Wij leven in een tijd dat mensen ook herder-loos geworden zijn. Ze leven in hun eigen bubble om zo te zeggen. Er is geen erkend gezag, geen gedeelde waarden. Pim Fortuin sprak twintig jaar geleden al over de verweesde samenleving.

Toch denk ik dat het evangelie niet om een maatschappijbeschouwing gaat of om een tijdsbeeld. Matteüs geeft een beeld van het bestaan hoe het er uit ziet als de Messias langs komt. Jezus leert, met gezag. Hij legt de Thora uit, maar op zo’n manier dat je er niet om heen kunt. En hij geneest. Natuurlijk was de grens tussen ziek en gezond veel vloeiender dan in onze tijd met zijn medische kunde. Maar dit had men nooit meegemaakt. De mensen verdringen zich. En dan komt de donkere kant van de maatschappij nog eens extra tevoorschijn! In het licht van God en van zijn koninkrijk zie je pas goed hoe vervallen het leven kan zijn! En hoe mensen verlangen naar levensvervulling en heelheid!

II.
Bij het zien van de mensenmenigte is Jezus innerlijk bewogen. Die bewogenheid, dat is ongetwijfeld zijn gevoeligheid voor indrukken. Er staat een woord dat verwant met ons woord voor buik of ingewanden. De buik wordt in de bijbel beschouwd als het meest gevoelige orgaan. Met je buik kun je de dingen voelen. Zeker ook spanningen. Dat herkennen we vast.

In dat meest gevoelige orgaan zetelt ook de gevoeligheid van Jezus voor de mensen om zich heen. Het is de gevoeligheid van de Messias, waar ook in Jesaja 42 over gesproken wordt. Het is de bewogenheid van de Here God met zijn schepping. Die God, die het mens-zijn aangenomen heeft. Midden in wat mensen zijn heeft hij willen wonen. (Lied 528 vers 1)

En dan valt Jezus het beeld in van de oogst. Het is alsof je voor een onafzienbaar veld vol koren staat. En je moet het in eentje met de zeis maaien. Daar is geen doorkomen aan!
De oogst is overvloedig,
maar de werklui zijn met weinig. (9: 37)

Je voelt even de onmacht die Jezus gevoeld moet hebben bij het zien van al die mensen. Vandaar dat de leerlingen nu ingeschakeld worden. Over het hoe – hoe ze dat moeten doen – is nog van alles te zeggen. Maar daarachter zit de innerlijke bewogenheid van Christus met de mensen om hem heen. Misschien meer in onze woorden: daarachter zit het hart van Jezus.

III.
Dan worden de leerlingen ingeschakeld. Ze hebben alles gezien en meegemaakt. Ze hebben gezien hoe het Koninkrijk der hemelen aan de mensen raakte. En dan zegt Jezus: ‘Ga het nu maar net eender doen.’ …… Maar zo zeg ik het niet compleet, want ze krijgen ook wat mee: macht om de boze geesten uit te werpen:
Hij roept de twaalf leerlingen bij zich
En geeft hun gezag over de onreine geesten
zodat ze die uitwerpen
en elke kwaal genezen (10: 1)

Zouden ze het werkelijk gekund hebben… ? Wij kunnen ons dat nauwelijks voorstellen. Maar de evangelist gaat er eenvoudigweg vanuit dat het zo gegaan is… Ze kregen gezag en ze hebben het ook gebruikt… Was dat misschien omdat ze zo in de nabijheid van Jezus geleefd hadden?… Je leest toch ook wel dat er rondom heiligen die in de nabijheid van God leefden som ook wonderbaarlijke dingen gebeurden…

Maar gaat het er niet altijd om dat het koninkrijk van de hemel present gesteld wordt, op wat voor manier dan ook… ! Zouden wij dat dan ook kunnen: het koninkrijk der hemelen present stellen? …… Op een menselijke manier, passend bij onze mogelijkheden? … Zouden wij dat kunnen…? … Als we nu eens delen in die innerlijke bewogenheid van de Messias…! Als we ons bewogenheid van God om zijn schepping voorstellen. Het kan toch niet anders of dat maakt ook ons gevoelig voor onze omgeving!
IV.
Hij geeft hen gezag over de onreine geesten. Hier moet je denken aan psychiatrisch zieken. Tegenwoordig onderscheiden we veel meer. Als je lijdt onder depressies is dat wat anders dan wanneer je lijdt onder epileptische aanvallen. En bovendien: lichaam en geest werken ook nog eens elkaar in. Er hoeft maar een bepaald stofje in je lichaam te ontbreken en het kan gevolgen hebben voor je geestelijke gezondheid. En andersom is het ook zo: Psychische spanningen werken door tot in je lichaam toe.

We spraken er deze week over met een groep mensen. Een van hen was in Roemenië geweest. En daar was een groep verstandelijk beperkte jongelui of ze misschien waren ze psychisch ziek. Ze werden altijd in afzondering gehouden, ze mochten niet gezien worden! Die groep jongens stortte zich op de gasten bijna als een wilde kudde. Maar ze werden aangeraakt, geknuffeld, ze kregen cadeautje, er werden liedjes met hun gezongen. En ze kwamen tot rust. Ze werden meer mens. Is dat niet het wat Jezus noemt: het uitwerpen van onreine geesten! En wat werkte er vooral: dat ze erbij hoorden!

Onreine geesten kunnen zich trouwens in ieder mens nestelen. Denk aan het nazisme en het communisme onder Stalin. Een mensenleven telde niet. En toch heeft vat het om mensen kunnen krijgen. Dan mag je toch wel spreken over boze geesten!

En als het nu vat op jezelf krijgt? Boze gedachten. Of het boze oog waarmee je naar een ander kijkt. Zou het helpen als je dan met de ogen van God probeert te kijken? Je beseft dat Hij misschien toch anders naar die ander kijkt waar ik niet op gesteld ben dan ik?

En nu zijn we hier bij elkaar als christelijke gemeente. Ik doe mijn best om Gods Woord door me heen te laten gaan en door geven. Onze organist doet haar best om ons mee te nemen en ons in een lied boven onszelf uit te tillen. En we proberen met zijn allen bij die gevoeligheid van de Here God voor zijn schepping te zijn. Dan moet toch bescherming van uitgaan tegen boze gedachten en onreine geesten! Daar zijn we hier voor bij elkaar!

V.
Dan wordt in een adem ook nog over het genezen van zieken gesproken.
Hij geeft hun gezag
over onreine geesten
dat ze dit uitwerpen
en elke ziekte en elke kwaal
te genezen. (10: 1)

Wij hebben niet die intense kracht van Jezus. Al geloof ik zeker dat er in de schepping bijzondere genezende krachten verscholen liggen. En dat Jezus daar in een bijzondere mate over beschikt heeft. Maar hij heeft er vooral iets mee uit willen beelden: heel-making. Altijd met aandacht voor de enkele mens. Het is bij hem nooit een routine-gebeuren. Het is altijd die enkele mens die in zijn eigen situatie gekend wordt. Want de een heeft dit nodig en de ander net iets anders.

Ik heb verhalen gehoord van mensen die bij een gebedsgenezer geweest waren. Nogmaals, ik geloof dat er in de schepping genezende krachten verscholen liggen. Al kan daar zeker ook misbruik van gemaakt worden. Maar in de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs worden ze ook genoemd als gave van de heilige Geest: de een ontvangt van de Geest een groot geloof, de ander de gave om te genezen ( I Korintiërs 12: 9).

Maar daarbij moet je wel je altijd deze een vraag stellen: Hoort de broosheid van de schepping er ook niet gewoon bij? Zou de bedoeling zijn dat iedereen altijd genezen wordt zodat we gewoon ons leven kunnen voortzetten? …. Ik denk dat we altijd onderscheid moeten maken: Is dit iets waarbij ik op genezing mag hopen, ook medisch? Of is dit iets waarbij ik moet aanvaarden dan ik een broos mens ben, hoe moeilijk dat ook is… ?

Ik denk trouwens dat we beter kunnen spreken over heel-making. Dat is breder dan het woord genezing. Er was iemand bij een gebedsgenezer geweest. De handen waren hem opgelegd. De ziekte was niet weg. Maar hij zei: ‘Er is voor me gebeden door allen en ik voel me rustiger. Dat is een vorm van heel-making.

En een rabbijns gezegde luidt: Wie een zieke bezoekt, draagt al voor een zesde bij aan diens genezing. Ook een vorm van heel-making.

VI.
Een kort punt nog. De leerlingen krijgen ook nog opdracht om er op uit te gaan met die volmacht. En voor onderweg ze mogen zo goed als niets meenemen.
Geen reiszak voor onderweg,
geen twee hemen, geen sandalen,
geen staf.

En dan staat er:
Want wie werkt
is zijn voedsel waard.

Waarom mogen ze zo weinig meenemen? Is dat soberheid? Misschien is ook wel omdat ze geen reizigers moeten zijn, maar omdat ze zich voor een tijd bij anderen moeten vestigen. En vanuit zo’n vaste plek aanwezig zijn. Net zoals Paulus steeds een tijdlang in een stad was en daar contacten legde. En zo moeten de leerlingen aanwezig zijn in de geest van Jezus op de plek waar ze zijn.

Dat aanwezig zijn, zal iedere tijd weer anders ingevuld worden, maar omdat aanwezig zijn gaat het steeds. Zo aanwezig zijn dat onreine geesten uitgeworpen worden en er heel-making kan zijn in wat voor vorm ook!

En waar begint het mee? Met de innerlijke bewogenheid van Jezus, die de bewogenheid van de Here God met zijn schepping uitbeeldt. Dat we daar dichtbij zijn. Want voor zijn aangezicht leven we. En daardoor sensitief voor wat er op onze weg komt: gevoelig, onderscheidend, begripsvol, geduldig.

AMEN

 

 

Welkom

*Stil gebed, Bemoediging, Drempelgebed

* Psalm 107: 1, 2, 19

Smeekgebed Lied 299B

Groet

Gebed om de heilige Geest

Moment voor de kinderen

Lied 835: 1, 3

Schriftlezing Jesaja 42: 1-4

Lied 459: 1, (4), 5, 6, 7

Matteüs 9: 35-38, 10: 1-15

Lied 339B (1x c, 1xA)

Uitleg en verkondiging

Lied 838: 1, 3, 4

Gedachtenis

Dankgebed en voorbeden Lied 368C

Mededelingen, inzameling van de gaven

* Psalm 103: 1, 5, 8

*Zegen