Navolging: Ik zal u vissers van mensen maken.

Matteüs 4:12-25, Jesaja 49: 1-6,
Hierheen, achter mij aan en ik zal van u vissers van mensen maken, leerling worden
26 januari 2020, derde zondag na Epifanie, Nieuwe Kerk

 

Hierheen, achter mij aan
en ik zal u vissers van mensen maken! (Matteüs 4: 19)

 

Gemeente,

I.
Navolging van Christus is de titel van een beroemd geworden boek geschreven door Thomas van Kempen. Lang geleden schreef hij dat, al in de vijftiende eeuw in het klooster op de Agnietenberg in Zwolle. Maar in zijn boek zit iets moderns. Voor Thomas van Kempen is navolging uitbeelding van Christus: met jouw leven uitbeelden wie Christus is. Op de manier die past bij jouw omstandigheden en jouw mogelijkheden. Thomas van Kempen dacht daarbij aan de gewone man, of zoals men dat in die tijd noemde: de leek. Dus niet alleen mensen die in zijn dagen de kloosters bevolkten, maar ook aan de handelslui, boeren en werksters. Het gaat er om dat ons leven een podium is waarop het evangelie zich afspeelt. Met de middelen die bij ons passen. … Met dat in gedachten, luister ik naar het evangelieverhaal over de roeping van Jezus’ eerste leerlingen.

II.
Het begint met Jezus’ terugkeer naar Galilea. Als hij hoort dat Johannes de Doper gevangen genomen is, wijkt hij uit naar Galilea (4: 12). Hij gaat dus van het centrum vandaan.

En gaat wonen in Kafarnaüm, niet ver van Nazaret waar Hij opgroeide. In Kafarnaüm is het drukker. Het ligt aan de zee van Galilea. Je vindt er naast landbouwers ook vissers. En handelslui van allerlei nationaliteiten. Kafernaüm ligt dan ook aan de grote internationale handelsroute, de zeeweg, die langs de kust van de Middellandse Zee loopt. Van Egypte af naar boven. Dan halverwege buigt de weg landinwaarts langs Kafarnaum richting Damascus, Syrië. Vanwege die ligging aan de handelsroute lag er ook een Romeins garnizoen. Zo vormde Kafarnaüm een overgangsgebied naar de wereld van de volkeren. Daar begint Jezus zijn optreden. Weliswaar binnen het volk Israël, maar die opening naar de volkeren zit er van meet af aan in.

Gezien vanuit Jeruzalem is Galilea een overgangsgebied. De naam Galilea komt van gelil ha goyiem, draaikolk der volkeren. U hoort daar de naam Galilea in doorklinken. Galilea was een mengsamenleving. Dat was het geworden in de eeuwen daarvoor, toen de stammen Zebulon en Naftali weggevoerd waren in ballingschap. De samenstelling van de bevolking was toen zo veranderd dat men die naam draaikolk der volkeren bedacht.

En daar, in dat religieuze schemergebied, gaat het licht op:
Het volk dat neerzit
in duisternis,
ziet een groot licht,
en wie neerzitten
in de schaduw van de dood
in een streek vol schaduw van dood,
hun is een licht opgegaan.
(Jesaja 9: 1, Matteüs 4: 16)

Jezus begint niet op de biblebelt van zijn dagen… Eensgezindheid kan een kracht zijn! Maar dat had je in Galilea amper. Daar moest je met een zekere onbevangenheid in het leven staan. Het gaat om wat jou treft en wat voor jou kostbaar is.

Dat geeft hoop voor de Nieuwe Kerkgemeente, een smeltkroes van vijf voormalige wijken met allemaal hun eigen achtergrond. Dat vraagt ook om onbevangenheid. Als ons eigen leven nu eens een podium is waarop het evangelie zich afspeelt. Daar gaat het toch om……..!

III.
Het gebeurde vaker in die tijd dat een rabbi een groep leerlingen om zich heen verzamelde. Die leerlingen verkeerden in de nabijheid van de meester. Ze tekenen niet in voor een cursus bijbelkennis. Het is veelmeer hoe je met het leven omgaat. Die leermeester is ook een voorbeeldfiguur.

Wij zeggen wel: ‘Van hem of haar heb ik dit of dat geleerd.’ Dan bedoelen we ook geen verstandelijke kennis. Veel meer een bepaalde omgang met het leven. Zo onderwijst Christus aan de hand van een voorval. Hij vertelt dan een gelijkenis die licht de situatie werpt.

Simon en Andreas zijn samen aan het vissen. Simon met zijn Joodse naam. Andreas is een vergriekste naam – we zitten in de smeltkroes van de volkeren. Ik stel me zo voor dat Jezus hen bezig ziet. En valt Hem een beeld in. Hierheen, achter mij aan en ik zal u vissers van mensen maken! (3: 18)
Vissers die vissers van mensen worden. Hun dagelijks beroep wordt een doorkijkje naar iets wat omvattender is. Het zal om mensen gaan. En zij gaan daar een rol in spelen. Hoe, dat weten ze nog niet, maar het zal op een of andere manier bij hen passen. Dat klinkt dan weer Thomas van Kempen-achtig: handelslui, boeren en werksters beelden in hun eigen context Jezus Christus uit.

Petrus en Jacobus zijn overigens niet de eersten de besten. Zij groeien straks uit tot de leiders van de eerste christelijke kerk. Jezus moet dat al in hen gezien hebben. Toch kan ieders leven kan een podium worden waarop het evangelie zich afspeelt met de gaven die wij hebben……

IV.
En dan de reactie van Simon en Andreas: Zij laten meteen hun netten achter en volgen hem. (4: 20). Meteen staat er. Terstond in de oudere vertalingen. Het gebeurt in een moment! Wij denken vaak in processen die veel tijd vragen. Maar misschien is er voor het wezenlijke – je wordt gegrepen – uiteindelijk maar weinig tijd nodig. …..

Jezus roept nog twee broers, Jacobus en Johannes die met hun vader de netten aan het herstellen zijn. Hetzelfde gebeurt: Hij roept hen en zij laten meteen – terstond – het schip en hun vader achter en volgen hem.

Ik hoor daar het onweerstaanbare van het optreden van Christus in. Ze zullen Jezus ongetwijfeld al meegemaakt hebben. En kunnen vanuit hun eigen innerlijk niet anders dan op die uitnodiging ingaan. …….

En ik begrijp het van binnenuit. Met dankbaarheid denk ik altijd nog aan een van mijn leermeesters in de tijd dat ik nog wat zoekend met mijn theologiestudie bezig was, professor Hasselaar uit Utrecht. Dat ging precies eender. Ik had al een en ander over hem gehoord en dat maakte me benieuwd. Ik besloot een keer naar een college van hem te gaan, zomaar een keer. En ik hoorde daar dingen die ik nog nooit op die manier gehoord had. Het sloot zeker aan bij wat ik van huis meegekregen had. Maar het zette me in een veel grotere ruimte! U begrijpt, dan ga je bij zo iemand in de leer. Ik bezocht zijn colleges, zijn werkgroepen, ik maakte kerkdiensten mee waarin hij voorganger was mee. Maar die eerste drie kwartier waren voldoende om mijn leven beslissend te beïnvloeden. Terstond.

Zo heb ik het ook van anderen gehoord. Toen ging ik daar een daar naar toe. Het sloot aan bij wat er in me leefde, maar het zette me in een veel grotere ruimte. Het heeft me zo verrijkt! Ik zou het niet anders meer kunnen en willen!

Terstond. God heeft maar weinig tijd nodig. Natuurlijk, ik moet er achteraf mee bezig zijn. Ik moet het in me door laten werken. Wij hebben meer tijd nodig. Maar het beslissende gebeurt vaak in een moment.

V.
Er laten die vissers hun netten achterlaten. Jacobus en Johannes laten zelfs hun vader met het schip achter. Ze zullen vast ook weer wel eens teruggekomen zijn. In de nachturen misschien. Maar het staat er niet voor niets zo. Bij leerlingschap hoort dat je iets achterlaat. ….!

Een breuk zou ik niet zoeken… Alleen al niet vanwege al die mengvormen. …. Maar je ontdekte een andere prioriteit. Er kan een gesprek zijn waar je niet aan mee wilt doen, omdat het niet verheft. Of er zijn dingen die voor jou hun waarde verliezen, omdat het teveel de buitenkant betreft. Of je laat je eigenbelang voor wat het is, omdat je ook ruimte wilt geven aan het belang van je collega. Het komt altijd doordat je iets ontdekt hebt, wat voor jou van meer belang geworden is: Het koninkrijk van Gods is tot je genaderd. En je wilt er in binnengaan….!

Daarom kan Thomas van Kempen zeggen: Verwaarloos je zelf niet. Je maakt pas voortgang in het geloof als je werk van jezelf maakt……!

VI.
De geschiedenis eindigt ermee dat Christus het evangelie van het Koninkrijk van God laat zien door genezingen. In het Grieks klinkt dan het woord therapeutisch, therapeutisch bezig zijn. En dat beelden diakenen uit.

Ik hoorde de afgelopen week een prachtig verhaal van een vrouw die samen met anderen leiding geeft aan van Saint Egidio gemeenschap die er voor de armen van Amsterdam probeert te zijn. Saint Egidio is een katholieke gemeenschap in de grote steden van Europa, Rome, Antwerpen, Amsterdam. Zij combineren het leerling zijn van Jezus met de zorg voor de armen. Ze hebben een aantal keren in de week een gebedsbijeenkomst en vandaar doen ze armenzorg in de stad. Om zo de bewogenheid van God en van Jezus gestalte te geven. En waaraan blijken daklozen het meest behoefte te hebben? Aan het contact. Vooral dat. En je krijgt er ook iets voor terug. En dat verrijkt je leven ook nog eens. Deze mevrouw, zoals ze sprak had het koninkrijk der hemelen ontdekt in haar leven.

VII
Navolging van Christus. Ons leven is bedoeld als het toneel waarop het evangelie zich afspeelt en waarop wij Christus als het ware uitbeelden. In ons Galilea. Met de middelen die bij óns passen. Ieder mens is er goed genoeg voor. Ieder wordt er toe uitgenodigd.
Om met de beginwoorden van dat boek Navolging van Christus van Thomas van Kempen te eindigen:
Wie mij volgt, gaat zijn weg niet in duisternis,
zegt de Heer.

AMEN

 

 

Welkom

*Stil gebed, Bemoediging, Drempelgebed

*Psalm 67: 1

Smeekgebed Lied 299E

Groet

Gebed om de heilige Geest

Moment voor de kinderen

AWN II, 29

Schriftlezing Jesaja 49 1-6

Lied 117A: 1

Matteüs 4: 12-25

Lied 531: 1, 3

Uitleg en verkondiging

Orgelmeditatie

Lied 362

Afscheid en (her)bevestiging ambtsdragers

*Psalm 134

Dankgebed en voorbeden

Mededelingen, Inzameling van de gaven

*Psalm 150

*Zegen