Efeziërs 6: 10-20 Standhouden

Datum: 20 september 2020, Nieuwe Kerk

Lezing: Efeziërs 6: 10-20

Thema: Weest krachtig in de Heer, standhouden

 

         Weest krachtig in de Heer en in de sterkte van zijn macht.

(Efeziërs 6: 10)

 

Gemeente,

 

I.

Paulus was de apostel voor de volkeren geworden. Rondom de Middellandse Zee had hij overal christelijke gemeenten gesticht. Die gemeenten zag hij als kernen van een nieuwe mensheid. Gelovigen uit de Joden en uit de volkeren hadden zich onder het morele gezag van de Messias van Israël gesteld. ‘Samengebracht onder één hoofd, de Gezalfde’, zegt hoofdstuk 1. Ze zijn als het ware een bruggenhoofd van een nieuwe menselijkheid in de wereld van toen.  …….. En als we nu  na ruim twintig eeuwen terugkijken, mogen we stellen dat het evangelie een grote bijdrage aan de humaniteit is. Zijn christenen dan zulke goede mensen? Niet perse. Wel in zoverre ze het evangelie belichamen.

 

In het tweede deel van de brief stond vol met praktische richtlijnen. Zo ging het over de verhouding mannen en vrouwen; weliswaar dacht de apostel binnen de patriarchale verhoudingen van die tijd, maar van binnenuit werden de verhoudingen wel menselijker. Binnen die verhoudingen tussen mannen en vrouwen bleek het om liefde en respect te gaan, ook dat laatst, heb respect….

 

Steeds denk je als die ethische vermaningen leest: het spreekt ook allemaal vanzelf! Als iedereen volgens de richtlijnen van de Bijbel zouden er niet zoveel kwaad in de wereld zijn, zeggen mensen toch vaak. Maar het kwaad is er wel. Zo vanzelfsprekend is het dus niet. Vandaar dat de apostel zijn brief besluit met een krachtige oproep:      

Weest krachtig in de Heer en in de sterkte van zijn macht.

 

II.

Dat beeld van de wapenrusting waarover de apostel komt te spreken, veronderstelt vijandige krachten. Dan komt de apostel opnieuw te spreken – hij had dat al eerder gedaan – over de anonieme, bovenpersoonlijke machten die ons leven beïnvloeden. Die machten hoeven niet perse slecht te zijn, maar kunnen het wel worden! Een goede economische structuur staat garant voor het welzijn van de mensen. Door een slechte economische structuur worden de verschillen tussen rijk en arm in de wereld groter….. Denk aan de diversiteit tussen de mensen. Om zichzelf mooi die veelkleurigheid, maar de schaduw ervan is het racisme.

Of denk aan opvoeding die ten goede kan zijn. Maar stel dat je opgroeit in een sfeer van ruzie en gewelddadigheid….

Steeds kan het kwaad er zo maar in sluipen. ….. Het gaat dus om machten, die enerzijds bij de goede schepping horen. Maar als het kwaad er in sluipt, perverteren ze, en dan worden het in het uiterste geval demonieën:

Want onze strijd is niet tegen vlees en bloed,

         maar tegen hemelse vorsten,

tegen de heersers en de machthebbers van de duisternis

         en tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.  (6: 22)

 

Niet alleen het kwaad sluipt er in, ook de boze. Want al die machten staan open voor wat de apostel noemt de methodieken van de boze of zoals de Naardense vertaling vertaalt: de sluipwegen van de uiteenwerper. Er is een macht die alles probeert uiteen te werpen.

 

Vorige week las ik een column van een Amerika-kenner over de evangelicals in Amerika die voor een groot deel president Trump steunen. Dat heeft voor een deel te maken met zijn manier van leiding geven; ze vallen op zijn persoon. Dat vanwege een bepaald gevoel voor autoriteit en hiërarchie. Dus bepaalde culturele waarden dus die hen aanspreken, maar waarvan je niet kunt zeggen dat die nu direct aan de bijbel of aan het geloof ontleend zijn. Ik dan daar kritiek op hebben. Ik kan denken dat ik het allemaal véél beter zie. Maar wat zal er door anderen weer van mij te zeggen zijn….? Hebben we niet allemaal blinde vlekken? Toen ik zover was met mijn gedachten, viel ik stil. Wat zullen wij – al zijn wij nog zulke goedwillende christenen – kunnen we niet bevangen zijn door machten die we niet eens zien….?

 

III

En wat zegt de apostel dan? ‘Standhouden…!’ En dan komt hij met het beeld van de wapenrusting Gods. Dat is wat je meekrijgt in het geloof. Laat dat om je heen zijn. Leef uit datgene wat je in het evangelie geschonken. Nabij u is het Woord. Niet alleen voor diepe profetische geesten. Ook voor al die gewone christenen die in de eerste eeuw deel uitmaakten van de christelijke gemeenschappen, ook voor ons.

 

Houdt dan stand, uw lenden omgordend met waarachtigheid,

u bekledend met het pantser der gerechtigheid. (10: 13)

Waarachtigheid: integriteit. Gerechtigheid: zuivere verhoudingen. Geen dubbelzinnigheid, niet in twee werelden leven. Niet met woorden de werkelijkheid vertekenen, zo gaat het in dictaturen; mensen hebben er tegenwoordig geen moeite mee als je de feiten naar je hand zet. Daarmee begint de demonie; dat de werkelijkheid niet meer betrouwbaar is. Maar: God is een man van zijn woord.

De voeten geschoeid met de bereidheid voor de verkondiging van de vrede. (10: 15)

Ik denk aan de vredegroet van de Fransiscus: vrede zij u, pax vobiscum. Terwijl zijn stad Assisi en de nabijgelegen stad Perugia op voet van oorlog met elkaar leefden. Maar als je nu ieder zonder uitzondering de vrede toewenst. Wij zouden zeggen: je zoekt de verbinding in plaats. Wat zou dat doen in de gepolariseerde verhoudingen zoals bijvoorbeeld in Amerika.

 

In dit alles opnemend het schild dat het geloof is, waarmee ge alle brandende pijlen van de boze zult kunnen doven. (10: 16)

Als je nu bij wat je denkt óók bedenkt of het past in de verhouding met God. Dus dat je ermee voor Gods aangezicht staat. … Dan hebben we het over het geweten. Het oud-Nederlandse woord daarvoor is consciëntie, conscience. Dat wil zeggen medeweten. Je gaat de dingen mee-weten met God. Dan sta je al een stuk weerbaarder tegen al die boze invallen die een mens zomaar kunnen bespringen.

 

Ontvangt ook de helm van het heil. (10: 17)

De helm van de verlossing. Ik ben er nog niet in dit leven nog niet. Ik ben een mens onderweg. En er kan van alles gebeuren. Maar Gods beloften zijn als een beschermende helm om me heen en dat geeft hopelijk relativeringsvermogen en veerkracht.

 

En het zwaard van de Geest, dat is: het woord van God. (10: 17)

Dat is het getuigenis dat er van het leven van een gelovige uit gaat. Je kunt het aan hem merken. ‘Hij heeft zijn naaste lief en dat past ook weer wel wat de bijbel zegt.’ Het zwaard dat hier genoemd wordt, is het enige aanvalswapen in de hele reeks, dat inbreuk maakt op het terrein van boze machten.

 

IV.

Gemeente, het zijn geen buitengewone dingen die ons voorgehouden worden. Het is vooral leven vanuit de basiswaarden van het evangelie zelf: die nieuwe menselijkheid waar de apostel voor zo ging. …..En nu zijn we hier vanmorgen samen voor de avondmaalsviering, voor het eerst weer sinds de coronatijd! We krijgen de tekenen van Christus mee, van dat basale. De Heer die zich gegeven heeft…. En we proberen straks ons gemeenteleven weer zo goed mogelijk op te starten. Hopelijk ziet u daar toch de urgentie van in. Om weerbaar te zijn heb je i ook anderen nodig. Daarom:

Weest krachtig in de Heer en in de sterkte van zijn macht.

 

AMEN

 

 

Welkom

*Stil gebed, Bemoediging, Drempelgebed                           *Psalm 138: 1

Smeekgebed                                                                          Lied 299B

 

Groet

Gebed om de heilige Geest

Met de kinderen                                                                    AWN II, 29: 2

Efeziërs 6: 10-20                                                                   Gezang 96 (LvdK 1973): 1C, 4A, 5C, 6A, 7C, 8A, 9A

Uitleg en verkondiging                                                         Gezang 96 LvdK 1973): 10A

 

Dankgebed en voorbeden                                                      Lied 368J

Mededelingen, Inzameling van de gaven

 

De grote lofprijzing                                                               Lied 404B (cantorij)

Gedachtenis van Christus,

Aanroeping van de heilige Geest, Onze Vader

Nodiging. Vredegroet. Lam van God.                                  *Lied 408 E (3x)

Uitdelingswoorden,

*Gemeenschap van brood en wijn, Dankzegging                 *Psalm 27: 7

*Zegen